Verleiding en afleiding door je telefoon

afleiding smartphoneHet gezeur begon zo’n beetje eind groep zes. Ze was de enige van al haar vriendinnen die nog geen telefoon had. De rest appte naar hartenlust en stuurden elkaar foto’s en filmpjes door. In groep zeven gingen we overstag. Ze fietste immers voortaan alleen naar huis met haar zusje. Dan is het wel fijn om een telefoon te hebben.

Met de telefoon kwam ook de afleiding. Boeken lezen, wat ze toch graag deed, werd minder. Maar echt dwangmatig is het (nog) niet. Dat komt later op de middelbare school. Wel is het spel van grenzen trekken en oprekken begonnen. Toen er een vriendinnetje bleef slapen was het: ‘we willen morgen graag de wekker zetten’. Maar toen ik de wekkerradio wilde instellen, bleek dat niet bepaald de bedoeling. Helaas geen telefoons mee naar de slaapkamer. “Alleen maar omdat jij dat boek hebt geschreven”, kreeg ik nog boos naar mijn hoofd.

Ik begrijp het natuurlijk wel. Ook ik wil soms net wat vaker op mijn telefoon kijken dan goed is voor mijn werk of nachtrust. Als ik een stuk moet afmaken, zit ik ineens berichtjes te zoeken voor mijn Twitter- en Facebookaccount van Socialbesitas. Of ben ik ineens in een grappig whatsappgesprek beland dat ik echt niet zomaar kan stoppen. Wat? Is het al twaalf uur? Ik denk aan de hoogleraar die ik ooit interviewde voor ons boek Socialbesitas. Als je met een lastige taak bezig bent en je laat je één minuut afleiden door je telefoon, kost het daarna twee tot drie minuten voor je weer op hetzelfde niveau in je taak zit. Na één keer afleiden is de kans groter dat je je nog een keer laat afleiden. Nou dat is echt zo. Mijn mail moet ook worden gecheckt. Maar als de deadline in zicht komt, zet ik mijn telefoon op stil en draai ik hem om.

Tieners zoeken ook strategieën om de afleiding door hun telefoon tegen te gaan, zo bleek vorig jaar uit de Kennisnet Monitor Jeugd en Media onder 10-18-jarigen. Zo vindt 41 procent whatsappberichten tijdens het huiswerk storend, maar zet maar 33 procent zijn telefoon zacht. De verleiding is te groot. Begrijpelijk voor een puberbrein. Als strategie gaven jongeren zelf aan: ‘met ouders afspreken dat zij zullen opletten’. Daarin zijn ouders soms wat te terughoudend merk ik tijdens ouderavonden over sociale media. ‘Die verantwoordelijkheid moeten ze zelf leren’, hoor ik dan. Klopt, maar waarom mag daar geen hulp van ouders bij? Omdat ouders vaak onzeker zijn, het zelf ook niet goed weten of het juist maar al te goed herkennen. En natuurlijk is het niet altijd leuk om in discussie te gaan met je tiener. “Wanneer mag ik op Instagram, mam? Iedereen uit mijn klas zit er al op.”

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Mannen inhalen op de racefiets

Racefiets in de liftMannen kunnen er niet tegen om door vrouwen te worden ingehaald. Als je begint met wielrennen moet je eerst wennen aan je fiets. Dat je vastzit met je pedalen, hoe hard je gaat, hoe je kan schrikken van mensen, kinderen en honden die zomaar ineens oversteken. Hoe meer je één wordt met je fiets hoe leuker het wordt. Lang en hard fietsen, buiten adem raken. En wedstrijdjes natuurlijk. Ik rijd door de duinen en een jonge wielrenner haalt me in. Die gaat lekker hard dus ik blijf achter hem hangen. Een andere man voegt zich erbij en met zijn drieën scheuren we voort. Heerlijk. De voorste wielrenner buigt af en ik blijf over met de tweede. Hij kijkt achterom en versnelt. Ha, een wedstrijdje. Tijdens een klim haal ik hem in. Gewoon omdat ik de energie heb. Hij laat het niet op zich zitten en racet mij nors voorbij. Gek vind ik dat. Ik zie het als een spel. Maar omdat hij zo verbeten kijkt, maakt het iets competitiefs in mij wakker. Oh, jij kan er niet tegen om ingehaald te worden? Kom maar op dan! Geef een tandje extra en haal hem opnieuw in. En nu blijf ik voor hem. Ik geef alles en geniet. Bij mijn denkbeeldige finish, -ik heb lekker gewonnen!!- neem ik gas terug en de wielrenner haalt me weer in. Ik lach opzij en wil iets zeggen als bedankt voor het leuke wedstrijdje, maar zwijg als ik zijn rode boze hoofd zie. Wonderlijk.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

ZONDAG NIET HARDLOPEN TIJDENS DE CPC

Startbewijs CPCZondag ga ik de stad uit. Hoe dan ook. Ik wil niets meemaken van het hardloopfestijn City Pier City. Natuurlijk had ik erbij moeten zijn. Ik heb er iets te hard voor getraind.
Hardlopen is vooral mentale training. Kan ik vijf, tien, vijftien of 21 kilometer halen? Dat is de strijd tijdens het lopen. ‘Natuurlijk kan ik dat’ tegen ‘Nee nu niet, het regent’ of ‘Ik wil ook nog thuis zingen/lezen/op de bank liggen’. Er is altijd wel een reden om af te haken. Maar ook een om door te gaan. Als ik die ‘ga-toch-naar-huisstemmetjes’ kan weerstaan, voel ik me zo fijn. En daar ben ik aan gehecht geraakt. Een maand geleden rende ik voor het eerst 21 kilometer. Wat een voldoening. Nu weet ik zeker dat ik het kan. Overmoedig: drie dagen later nog een keer 15 kilometer. Maar dat was te veel. Niet goed geluisterd naar mijn lichaam. Want dat is nog veel belangrijker tijdens het hardlopen.
Tijdens het lopen doet mijn knie pijn, maar ik wil niet stoppen. Ik kan er toch mee doorlopen? Dus ja, wat is pijn? Een dag later voel ik het nog steeds. Toch maar naar een sportfysio. Een overbelaste knie-heuppees. Met een beetje rust, rekken en strekken moet dat wel over gaan. Een griepje tussendoor zorgt voor extra rust. Proeflopen afgelopen donderdag: weer pijn in mijn knie. De sportfysio zegt dat ik rust moet nemen en het rennen langzaam opnieuw moet opbouwen.
Omgaan met teleurstelling is ook mentale training. Hier ligt mijn startbewijs voor de 21 kilometer. Die gaat nu bij het oud papier. Maar dit jaar ga ik ergens nog een halve marathon lopen. Dat staat vast. Nu nog iets leuks bedenken voor zondag.

Geplaatst in Columns | Tags: , , | 1 reactie

ZIEK

ziek zijnIk mag best ziek zijn van mijn kinderen, maar ziek gedrag wordt niet getolereerd. Ik krijg een paar mooie tekeningen en extra kusjes. Maar op het verzoek of dochter van bijna tien een pak van die lekkere yoghurt bij de natuurwinkel wil halen, komt als antwoord: ‘helemaal naar de Eco Plaza?! Ja hee, dan zeg ik ook dat ik ziek ben.’ Om er vervolgens toch heen te gaan, want eigenlijk is het best spannend om samen met je zusje zo ver alleen te lopen.

Het was lang geleden dat ik me zo ziek voelde. Dat ik in bed lag en dacht: ik moet opstaan, ik moet wat doen, ik moet opstaan, ik moet wat doen, ik moet… Om vervolgens te ontdekken dat er weer een uur voorbij was. Morgen zal ik me wel weer beter voelen. Ook twee dagen volgehouden. Want ziek zijn, dat is iets van anderen. Ik word niet ziek, want ik loop hard. Zo was het. Vóór die 39,5 graden koorts dan.

Ziek zijn heeft voor mijn kinderen een angstige betekenis. Hun vader is heel erg ziek geweest. Dus peilen ze of ik soms hetzelfde heb. Vertwijfelde gezichtjes. Gaat het? Wat heb jij dan? En word je wel weer beter? En waarom ga je nou weer in bed liggen? Na vele geruststellingen en excuses dat ik zo’n vaatdoek ben, nemen ze van me aan dat ik gewoon ziek ben. En gewoon ziek is niet erg. Dus vragen ze vrolijk verder wat we eten vanavond. En of we straks nog even gaan stoeien.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

GELUK MET DE GOOTSTEEN

IMG_4306Bij een kapotte gootsteen zie ik een scène uit de serie Borgen voor me. Op een eenzame avond staat de gescheiden minister-president al bellend te roeren in de vieze drap. Een verstopte gootsteen heeft iets hulpeloos in een huishouden zonder mannen. Onzin natuurlijk. In Borgen vergrijpt de statsminister zich aan haar chauffeur die er wel even naar wil kijken.
Bij gebrek aan chauffeur kun je boel natuurlijk ook zelf even openschroeven en de rotte soep eruit vissen. Maar wat als de hele afvoerpijp schoon is en toch loopt het water niet weg? Dat is hogere loodgieterij. Ik negeer zoiets dan eerst een poosje. Als ik nog even wacht gaat het vanzelf weg. Want eigenlijk wil ik geen gif door de gootsteen spoelen (en heb ik geen zin om de loodgieter te bellen). Een week later ga ik overstag met de lichte variant ontstopper. Die zal het ook wel doen. Nee dus. Dan maar het tweecomponentengif verspreid over twee dagen. Als ik dat nou meteen had gedaan, was er minder gif ingegaan. Jaja.
Na een dag geen resultaat. Het water loopt nu helemaal niet meer weg. Teiltje erbij en de loodgieter bellen. Ik controleer niks meer, want hulp is voor handen. De loodgieter draait de kraan open en het water stroomt keurig door. Hoe kan dat nou? Hij deed het echt niet, hoor. Natuurlijk, zegt de loodgieter, maar ik zie hem iets denken als: ‘Hij doet het niet.’ ‘Zit-de stekker er wel in?’ ‘Oh nee!’
Een week later is de gootsteen opnieuw verstopt. Oké. Dus. Of de loodgieter nog een keer wil komen. In een kwartiertje is het gepiept. Ieder z’n vak. Het heeft wat gekost, maar ik ben in geen tijden zo gelukkig geweest dat het water zo prachtig weg kolkt in mijn gootsteen.

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

ALZHEIMER AAN DE KEUKENTAFEL

huishoudelijke hulp‘Utrecht krijgt 600 klachten over korten op thuiszorg’, aldus een bericht in de Volkskrant van 23 jan.: Hulpbehoevenden ouderen en gehandicapten zijn boos omdat ze zonder ‘keukentafelgesprek’ gekort worden op de huishoudelijke hulp. Den Bosch wordt genoemd als gemeente die dit wel voortvarend heeft aangepakt. Nou daar weet ik inderdaad alles van. Mijn moeder met Alzheimer heeft wel zo’n keukentafelgesprek gehad en daar werd ik niet vrolijk van. De mevrouw van het zorgloket wilde mijn moeder per se zien, alvorens zij een besluit kon nemen haar voor drie uur in de week te korten. Mijn tegenwerping dat al lang bij diverse instanties bekend is dat ze Alzheimer heeft, mocht niet baten. Na ons eerst vele vragen te hebben gesteld over wie wat regelt, begon ze over haar veiligheid. “Is het wel veilig dat zij hier alleen woont?” “Waarschijnlijk niet, want ja, wat is veiligheid? Ze doet in ieder geval geen rare dingen, als u dat bedoelt.” “Maar wat als ze valt?” “Tja…” “Ja, ik vraag het maar hoor.” “Ze kan vallen, maar ze is hier gelukkig. Leven is een risico. Ook als je Alzheimer hebt.” “Hebben jullie al aan camera’s gedacht?” “Pardon?” “Dat je kunt zien of ze valt.” “Maar wie moet die beelden dan de hele dag bekijken?” “Nou, ik wil het maar gezegd hebben, hoor”, zegt ze enigszins bits. Dat zij straks niet de schuld krijgt als mijn moeder onverhoopt ligt te verkommeren op de grond. Ik krijg er bijna een schuldgevoel van. Misschien moet ik alsnog maar een klacht indienen.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Vallen na je vierde

geschaafde knieënWie valt er nou na zijn kindertijd nog van de fiets? Natuurlijk soms een ongeluk. Maar vallen zoals je viel toen je leerde fietsen? Dit voorjaar ging ik voor het eerst wielrennen met mijn vriend in de buurt van Maastricht. Bluffen van te voren: ik fiets je eruit, fanatiek als ik ben in de sportschool. Hij glimlachend, want fietst al vanaf zijn geboorte: natuurlijk schatje. Om te beginnen: hoe werken die schoentjes die je moet vastklikken aan je pedaal? Nieuwe schoenen, nieuwe plaatjes, stroef dus. Van een snelle reactie kan geen sprake zijn. Ook niet in mijn hoofd. Binnen twee meter lig ik al tegen de stoeprand geplakt. Gewoon omgevallen. Even pijn, meteen tranen. Kinderlijke reflex, zo vaak gezien bij mijn eigen kinderen. Wat een dom gevoel nu ik het zelf ben. Met één voet vastgeklikt, de ander los vertrekken we. Wennen en oefenen onderweg. De wind suizend langs mijn oren wanneer ik als een katapult van een heuvel raas. Kicken. En dus vergeet ik dat ik vastzit met mijn pedalen. Het is net als links rijden in Engeland. Bij een overgang waar ik voorrang moet verlenen, rem ik keurig af en… kieper om. Ik lach om mezelf; dat voelt al beter. Laatste stukje in de stad, klik ik mijn rechtervoet los terwijl we een druk kruispunt naderen. Maar in plaats van mijn rechtervoet uit te steken, kiezen mijn hersenen op het allerlaatste moment voor mijn vastgeklikte linkervoet. Daar lig ik voor de derde keer op m’n snuit. Wat een afgang met al die mensen erbij. Ik krabbel overeind en loop naar mijn vriend. Als volwassene hoor je niet meer te vallen. Ik zal volgende keer heel lief voor mijn kinderen zijn als ze mij hun geschaafde knietjes tonen. Nu weet ik weer hoe dat voelt.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

GEZAG

politie-klompenNietsvermoedend kom ik de Hema uit, stap op mijn fiets als een agent me tegenhoudt en zegt dat ik niet op de stoep mag fietsen. Maar natuurlijk, hij heeft gelijk. Gezagsdragers worden al genoeg uitgejouwd. Ik doe daar niet aan mee. Je zou maar een agent zijn en telkens mensen tot de orde moeten roepen. Ik vind het opvoeden van mijn eigen kinderen soms al lastig. Met de fiets aan de hand loop ik verder. ,,Komt u eens even terug’’, roept hij mij na. ,,Ik zei dat u moest wachten.’’ Huh? ,,Ik wil u even spreken.’’
,,Je krijgt een boete hoor’’, sist een vrouw met een fiets aan de hand. Nu zie ik pas dat de agent haar rijbewijs in handen heeft en op een soort pinapparaat bezig is een boete uit te schrijven. ,,Fiets lekker weg, joh!’’ Welnee, denk ik naïef, die agent wil me even spreken, me even een uitbrander geven. Mag wel, eventjes. De vrouw moppert tegen de agent dat het pure willekeur is. De agent mompelt dat ze bezwaar kan maken. Ineens dringt tot me door dat hij mij misschien wél wil bekeuren. ,,U gaat mij toch geen boete geven he?’’, vraag ik. ,,Dat weet ik nog niet’’, zegt hij. ,,U reed wel op de stoep.’’ Ineens wordt de 4 havoleerling in mij wakker. Ja zeg, sta hier niet te wachten op een geldboete. Prima, de orde handhaven, maar vijf meter fietsen op de stoep in een stad? Kom nou. De agent gebaart mij te blijven staan, maar als hij naar achteren loopt, spurt ik weg. ,,Mevrouw, mevrouw’’, roept hij mij na. Ik race de straat uit, glimlach en voel me weer even zestien jaar. Het wordt nooit wat met die gezagsdragers in Nederland.

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

CPC-LOOP

foto cpc (11)Toen ik net in Den Haag woonde en onze dochter één werd, gaven we een feest. Leuk op zondagmiddag. Van het hardloop-evenement de City Pier City, had ik toen nog nooit gehoord. Blijkbaar nog niet ingeburgerd genoeg, hadden we ook geen seintje van onze prille Haagse vrienden gekregen. De eerste telefoontjes op zondagmiddag begonnen opgewekt met ‘we staan vast’, ‘we zijn wat later’ en werden gaandeweg wanhopiger en bozer: ‘wat is hier in godsnaam er aan de hand?’ en ‘ik draai om, bekijk het maar’. Stomme hardlopers. Nog stommere gemeente. Zet dan een bord langs de snelweg dat de binnenstad is afgesloten. Nu zeven jaar later ren ik de CPC jeugdloop met mijn twee meisjes. 2,5 kilometer. Mama ik ben moe, rode hoofden, pijnlijke voeten, want natuurlijk geen goede gympen. Maar doorgaan. En rennen. De beloning: een echte medaille. En ik? Ik was nog lang niet moe na de 2,5 kilometer. Zou nog uren kunnen rennen. Ik ga trainen. Volgend jaar ben ik misschien zelf zo’n stomme renner geworden. Heerlijk lijkt me dat.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

De Gevlogen Persdiensten

Werken bij een bedrijf dat per 1 januari wordt opgeheven is een wonderlijke ervaring. Talloze malen hebben mijn GPD-collega’s van economie geschreven over ontslag. 45 mensen op straat? Peanuts, niet eens een nieuwsbericht. Nu zijn we het zelf.

Zelfs bij de meest rationele collega’s passeren alle stadia van emoties de revue. Eerst het  ongeloof en de woede, gevolgd door galgenhumor en collectieve meligheid. ‘Wie heeft er dienst op 31 december?’ Iemand plakt een geel stickertje met zijn naam op een breedbeeld televisie. Ik hoor mezelf aan de telefoon zeggen: ‘Ah, verschijnt dat rapport in februari 2013…hum ja…’Of mensen tegen mij aan de telefoon: ‘Zo, bestaan jullie nog?’

Thuis is er verdriet. Ooit de trotse Geassocieerde Persdiensten, toen de Gehalveerde en Geamputeerde Persdiensten, straks de Gevlogen Persdiensten. En het rare en meteen ook het normale is: tot die tijd gaan we gewoon door. Alles wordt anders, maar nu nog even niet. Verhalen worden gemaakt, krantenpagina’s gevuld.

De laatste weken begint er toch enig motivatieverlies op te treden. Al is het maar omdat iedereen in zijn hoofd bezig is met wat hij gaat doen na 1 januari. Sommigen hebben al een andere baan. Mijn collega showt haar nieuwe visitekaartjes, mijn andere collega kijkt gekweld weg. Maar ja, zij heeft al contact bij een uitgever. Ineens zijn mijn leuke collega’s mijn concurrenten geworden. Gelukkig verbroedert dat snel. We gaan voor onszelf beginnen en elkaar helpen. Ik voel eindelijk weer een opwinding. Ik ga freelancen en ik heb er zin in. Ook al heb ik duizenden concurrenten. En het gaat me lukken. Hoe dan ook. Maar eerst nog wat mooie verhalen bij de GPD. Nu het nog kan.

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie