De makelaar komt naar mijn huis kijken. Niet voor een verhuizing, maar voor een taxatie. Bel doet het niet. Rotbel ook altijd. Soms doet ie het namelijk wel. Wat een rommel, denk ik terwijl ik mijn woonkamer door zijn ogen bekijk. Ik had wel even kunnen opruimen. Nee daar let hij niet op, verzekert hij mij.
Alweer tien jaar oud deze huizen. Mooi. Groot. Diepe tuin. Altijd positief beginnen zie ik hem denken. En ja hoor, daar komen de maren. ,,Tja, de buurt…. en geen achterom, he?!” ,,Gelukkig niet”, zeg ik meteen. Ik laat me mijn huis niet zo maar afkraken. ,,Inbrekers komen hier in ieder geval niet binnen.” Als voormalig inwoonster van Amsterdam met twee inbraken achter de kiezen, heb ik daar kijk op.
Het maakt weinig indruk. Maar ik geef niet op: ,,In het Zeeheldenkwartier of boven de Laan van Meerdervoort betaal je een ton meer. Dit huis heeft TWEE verdiepingen en een giga tuin.” Hij knikt welwillend. Vriendelijk. Als een vader die wel beter weet. ,,Ik ben al 26 jaar makelaar. Huizen in goede wijken stijgen in prijs. Huizen in buurten als dit niet. Dat komt omdat de buurt niet verandert. Ja en waar dat aan ligt?”
Dat mag ik bedenken. Maar veel waard is mijn huis dus niet. Voor mij wel. En gelukkig wil ik ook helemaal niet verhuizen.
dat vind ik gek aan den haag. je hebt zelfs in één straat de ‘goeie helft’ en de ‘slechte helft’ …